Jan Siebelink Libri

Een tuinder raakt in de ban van een calvinistische predikant net zoals eerder zijn diep religieuze vader.

In het gezin van een stadsarchivaris in Arnhem speelt liefde geen grote rol.

Verhalen over het reilen en zeilen van een middelbare school.

De bewogen levensloop van een Haagse lerares van peuter tot 43-jarige.

Zwei Menschen - nur scheinbar in dieser Welt zu Hause „Jan Siebelink ist ein Erzählexperte der Ambivalenzen.“ Frankfurter Allgemeine Zeitung Als der 26jährige Marc Cordesius auf dem Weg zu seinem ersten Schultag als Lehrer des angesehenen Descartes-Gymnasium ist, hat er eine schicksalhafte Begegnung. Im Regen taucht ein mysteriöses Mädchen auf, die Marokkanerin Najoua. Auf undefinierbare Weise fühlen sich beide sofort zueinander hingezogen. Najoua lässt sich in Marcs Klasse versetzen, eine unheilvolle Verbindung nimmt ihren Lauf. Marc fällt aus dem Rahmen, in der Schule begegnen ihm nur Neid und Missgunst. Und doch scheint er ausschließlich für die Schule zu leben, er fürchtet sich vor der Einsamkeit in seinem Haus. Sehr bald nimmt das Kollegium Anstoß an dem engen Verhältnis zwischen Marc und seiner Schülerin, die Gerüchte werden lauter. Najoua reagiert auf die immer offener werdenden Vorwürfe mit Abwehr und flüchtet sich in die Isolation. Die letzte Begegnung zwischen Marc und Najoua endet mit einem Fiasko. Das mitreißende Psychogramm zweier Menschen und die packende Beschreibung eines Kampfes mit den Schatten der Vergangenheit.

In veel verhalen en romans van Jan Siebelink staan de herinneringen aan zijn jeugd op de kwekerij centraal. Het sensitieve kind heeft alle beelden in zich opgeslagen, en later als auteur beschrijft hij in steeds wisselend palet het stukje grond waarop de kassen van zijn ouders stonden. In De kwekerij zijn veertien verhalen samengebracht waarin Siebelinks jeugd telkens anders wordt belicht. Steeds worden de gebeurtenissen los van ethiek en normen beschreven, waarbij het onschuldige kind, alias de schrijver, op zoek is naar de paradijselijke verhouding tot het goed en het kwaad. De kwekerij, de bloemen, de kassen en de rivier zijn fascinerende metaforen in deze verhalen, die uiteindelijk allemaal over liefde, dood, angst en verwachting gaan.

Vijf sober geschreven verhalen, waarin de angst voor afhankelijkheid, ziekte, fysiek en moreel verval centraal staan.

Ruben Sievez, de zoon uit Knielen op een bed violen, is in Margje een oudere man die gedurende een lange oudejaarsnacht terugkijkt op zijn leven, al dwalend door de leegstaande villa van zijn oom Anton. Daar, in de kelder, vond hij, een jongen nog, op een dag een album met daarin een foto van de oom met een jonge vrouw. In haar herkende Ruben onmiddellijk zijn moeder Margje, die op datzelfde moment boven thee dronk. Zijn leven lang zal Ruben over deze vrouw een onmogelijke droom koesteren. Hield zij immers niet meer van zijn jongere broer Thomas, die rebelleerde tegen zijn door de godsdienst bezeten vader? Hoe graag had Ruben niet de plek van zijn broer ingenomen. In Margje keren we terug naar het gezin Sievez. Maar ditmaal verschuift de blik van vader Hans naar de andere gezinsleden. In een betoverende stijl schetst Siebelink taferelen uit de bewogen geschiedenis van dit gezin - een gezin waar iedereen probeert iemand anders te worden.

Hoofdpersoon in Suezkade is de zesentwintigjarige Marc Cordesius, leraar Frans aan het gymnasium. Vanaf de eerste dag wordt hij getroffen door Najoua, in wie hij een zielsverwant herkent. Vanwege zijn innemende verschijning krijgt Marc direct het vertrouwen van de rector en na verloop van tijd verwerft hij een eigen lokaal, een haast paradijselijke enclave – maar voor hoe lang? Suezkade is een roman over een geestdriftig maar precair docentschap en een fatale liefde.