Lucy Pijttersen Libri

E' notte fonda. Karin, una giovane donna, è sdraiata sul letto con il nipotino Sander, figlio di sua sorella Julie. Sono soli in casa, aspettano una telefonata che non arriva e Karin racconta al piccolo una storia... Comincia così "Prima che tu dorma", originale romanzo che ci porta all'interno di una famiglia norvegese di oggi. Karin medita, ricorda, fantastica, fino a ricomporre un quadro che abbraccia tre generazioni. Scruta i suoi parenti e scava nei loro legami d'amore, d'affetto e d'amicizia, affascinata dall'individualità di ciascuno ma anche da tutto ciò che costituisce il peso o l'ingombro del retaggio familiare. Procedendo per immagini, dando libero corso alla memoria e alla fantasia, anima una galleria di figure indimenticabili. La sorella Julie, che ha sempre avuto paura dei sentimenti e che si è volontariamente murata in un matrimonio infelice nella speranza di trovarvi sicurezza; la madre, donna bellissima e innamorata di se stessa, egocentrica e teatrale; il padre, che ha lasciato la famiglia quando Karin era ancora bambina, ma che con lei ha mantenuto un rapporto intensissimo, anche se limitato a incontri sporadici. E poi, ancora, il nonno emigrato in America negli anni Trenta, pieno di vitalità e di entusiasmo, e perfino una vecchia zia, burbera e anticonformista, che fuma il sigaro e non perde occasione per dire male di tutti. Infine Karin parla anche di sé, della propria irrequietezza, dell'incapacità a costruire legami stabili, del suo bisogno di stabilire un rapporto 'erotico' con la vita. Non si tratta di una classica saga familare, ma di un romanzo intenso e modernissimo che ricorda certi film di Ingmar Bergman, da "Fanny e Alexander" a "Scene da un matrimonio"; e tale analogia è suggerita non solo dalla naturalezza con cui l'autrice fonde pensieri e immagini, ma anche dal coraggio e dalla tenerezza con cui riesce a scrutare i legami affettivi, il bisogno d'amore, il senso di solitudine.

Op een dag krijgt Georg een brief in handen die door zijn overleden vader Jan Olav aan hem is geschreven. Het is een lange, spannende, intense brief. Zijn vader haalt herinneringen op aan hun drieënhalf jaar samen. En hij schrijft een sprookje over het Sinaasappelmeisje - spannend, vol humor en ontroerend. Hoe hij haar toevallig heeft leren kennen en hoe hij verliefd op haar is geworden. Dat zij heel leuke jaren met elkaar hebben gehad, maar ook dat hij ongeneeslijk ziek werd. Eerst begrijpt Georg niet waarom zijn vader dit verhaal aan hem vertelt, maar dan wordt steeds duidelijker wie het Sinaasappelmeisje is - zijn moeder. Het sprookje heeft voor Georg dus verstrekkende gevolgen gehad, want hij zou er niet zijn geweest als zij elkaar niet hadden ontmoet. Maar Jan Olav vertelt niet alleen een sprookje, hij stelt zijn zoon ook vragen in deze brief. Moeilijke vragen voor Georg zoals of hij überhaupt voor een leven op aarde zou hebben gekozen als hij van begin af aan had geweten dat hij ook weer dood zou gaan. Georg besluit zijn vader antwoord te geven in de vorm van een boek - een boek dat hij samen met hem gaat schrijven.

Een mysterieuze Portugees-joodse man komt na een zwerftocht door Europa in de tweede helft van de 16e eeuw in Amsterdam terecht.